Aan de oostkant van Antwerpen, in het vlakke Vlaamse land, ligt de prachtige Abdij van Tongerlo. Een kleine groep Norbertijnse monniken woont en werkt in deze eeuwenoude abdij. Het is zeker een aanrader om de Abdij van Tongerlo te bezoeken, maar het is ook leuk om je bezoek te combineren met een mooie wandeling vanaf de abdij. Wandelen bij de Abdij van Tongerlo: met deze 10 kilometer lange wandeling loop je vanaf de Abdij naar het riviertje Grote Nete en weer terug.
Ik bracht in het voorjaar een kloosterweekend door in de Abdij van Tongerlo. Op zaterdagmiddag kon ik, precies tussen twee getijdengebeden door, deze mooie wandeling naar de Grote Nete maken.
De wandeling is ruim 10 kilometer over grotendeels vlak terrein. Je vindt de route op mijn Komoot-profiel.
De Beeltjens: oude dreven en De Ster
De bomen zijn voorzichtig aan het uitlopen, als ik de prachtige lindenlaan voor de Abdij van Tongerlo uitloop. Deze lindendreef, zoals hij genoemd wordt, dateert al uit de 17e eeuw en is daarmee de laatste 17e eeuwse Hollandse-lindendreef van de Lage Landen. Een indrukwekkende oprijlaan dus! Achter mij ligt de Abdij in het zonlicht: een baken van rust in het groene, ontluikende voorjaarslandschap. Tijd om te gaan wandelen bij de Abdij van Tongerlo!
Het eerste stukje van de wandeling is niet zo boeiend: over het trottoir langs huizen. Maar net aan de rand van het dorp sla ik af, een smal zandpaadje in. Dat ziet er leuker uit! Ik wandel nu in een mooi bosgebied vol oude dreven: de Beeltjens. Her en der zie ik schitterende houtsnijwerken in de bomen: er is hier iemand creatief bezig geweest!
Dit is een zogenoemd ‘sterbos’: een bos met daarin brede paden aangelegd in de vorm van een ster. Dit stukje bos werd overigens niet door de norbertijnen aangelegd, maar door veldmaarschalk Jan Philips Eugène de Merode. In de Beeltjens ligt ook de Asberg: een heuvel die als prehistorisch graf diende.
Een prachtige plek is De Ster: een plek in het bos waar maar liefst acht dreven bij elkaar komen. Het doet mij sterk denken aan De Zevensprong: de film en het boek van Tonke Dragt.
Langs de Grote Nete en Kasteel De Merode
Ik vervolg mijn pad en kom even later uit bij de Grote Nete: een meanderend riviertje dat door het groene landschap slingert. Langs de Grote Nete loopt een fijn wandelpad dat ik een heel eind volg. Na verloop van tijd moet ik een drukke weg oversteken maar het pad langs het riviertje vervolgt zich, tot ik bij Kasteel De Merode terechtkom.
Het kasteel heeft niets te maken met mijn favoriete dichter: Willem de Merode (wat overigens ook een aangenomen pseudoniem was), maar alles met de familie De Merode. Dit is een hooggeplaatste, adellijke familie in België die nog een belangrijke rol speelde in de totstandkoming van België. Er woont nog steeds een De Merode in het kasteel en de familieoudste draagt nog steeds de titel van Prins van Merode.
Helaas is het kasteel meestal niet toegankelijk voor publiek, behalve als er evenementen zijn.
Via Westerlo terug naar de Abdij van Tongerlo
Net voorbij Kasteel De Merode steken we bij ‘Het Trammeke’ de Grote Nete over. ‘Het Trammeke’ is een oude mobiele dam waarmee het waterpeil gereguleerd kon worden. Hoewel het sluissysteem nog wel intact is, is het tegenwoordig buiten gebruik.
Door een parkachtig gebied lopen we nu verder en wandelen zo het dorpje Westerlo in. Ondanks dat het zaterdagmiddag is, is het toch wat uitgestorven in het dorp. Bij ‘De Koffiebar‘ aan de Boerenkrijglaan eet ik een heerlijke Belgische wafel op het terrasje in de achtertuin.
Via het indrukwekkend mooie gemeentehuis van Westerlo, dat gevestigd is in het Kasteel van Jeanne de Merode, wandel ik verder. De route slingert zich om het gemeentehuis en door het kasteelpark dat er achter ligt. Al met al toch nog een hele mooie route, ondanks dat je dwars door het dorp loopt. Alleen het laatste stukje voor de Abdij van Tongerlo is wat saai: langs een drukkere straat. Via de Lindendreef wandel ik weer naar de Abdij.
Route uitbreiden met het Witherenpad
Je zou je wandelroute nog ietsjes kunnen uitbreiden door nog een rondje om de Abdij te lopen. Als je linksaf slaat en langs de doorgaande weg voor de Abdij loopt, kun je op de hoek rechtsaf, de Oevelse dreef in. Dit is nog een oude dreef die ooit door de norbertijnen aangelegd is. Je kunt nu zo het Witherenpad lopen: een 2,1 kilometer lange route rond de Abdij. Het pad zou gemarkeerd moeten zijn; zelf heb ik de bordjes zo snel niet kunnen ontdekken maar misschien heb ik niet goed gekeken.
Het Witherenpad brengt je ook langs de Lourdesgrot, die zich aan de zijkant van de Abdij bevindt.
De Abdij van Tongerlo bezoeken
Je kunt je wandeling rond de Abdij van Tongerlo natuurlijk niet afsluiten zonder een bezoek aan de abdij zelf. Het binnenplein is vrij toegankelijk, net als de indrukwekkende abdijkerk. In de abdijkerk hangt een groot schilderij: de meest getrouwe en mooiste replica van Het Laatste Avondmaal van Da Vinci. Er is een grote boekhandel (‘De Oude Linden’) met religieuze lectuur en abdijproducten, en waar natuurlijk ook het Tongerlo-bier verkocht wordt.
Verder is een bezoekje aan de Graanschuur erg leuk, want hier vind je een gratis tentoonstelling over de Norbertijnen.
Tip: Probeer je bezoek zó te plannen, dat je om 17.30 uur de Vespers mee kunt maken, een mooie gebedsdienst in de abdijkerk. Of boek, net als ik regelmatig doe, een kloosterweekend in het gastenverblijf om je onder te dompelen in de rust en de sereniteit van het kloosterleven. Je leest er alles over in mijn blog over een kloosterweekend in de Abdij van Tongerlo.
Zoek je voor een kloosterweekend een abdij waar het écht nog helemaal stil is? Dan kun je beter naar de Abdij van Westmalle gaan: een Trappistenklooster waar altijd stilte heerst (behalve tijdens de lunch). Ook bij Westmalle kun je prachtig wandelen over het Trappistenpad Westmalle.
Geef een reactie