De Abdij van Val-Dieu ligt prachtig in het heuvelachtige landschap van het Land van Hervé. Globaal ligt de abdij in de driehoek Luik – Maastricht – Aken dus op een steenworp afstand van de Nederlands-Belgische grens. Het landschap leent zich voor fijne wandeltochten, maar ook in en rond de abdij hoef je je niet te vervelen. In dit blogartikel vertel ik je alles over een bezoek aan de Abdij van Val-Dieu.
Ik heb echt iets met oude abdijen. Als rechtgeaard protestant vind ik het uitermate jammer dat ons plaatselijke kerkgebouw strak en modern is, én alleen maar tijdens kerkdiensten open. Trouwens, de wat sfeerloze inrichting zou mij ook niet op een doordeweekse dag naar ons kerkgebouw lokken om daar tijd in stilte of gebed door te brengen. Oude, katholieke abdijen daarentegen, met hoge gewelven en prachtige gebrandschilderde ramen, hebben zo’n serene en wat mystieke sfeer dat je er vanzelf stil wordt.
Zo bracht ik onlangs al een kloosterweekend door in de Abdij van Westmalle en staat een volgend weekend (in de Abdij van Tongerlo) alweer gepland. In de Abdij van Val-Dieu kun je niet overnachten, maar wel tijdens een rondleiding bekijken dus die kans greep ik natuurlijk met beide handen aan!
Historie van de abdij
De eerste monniken van de abdij, die eerst al op twee andere plekken een klooster probeerden te stichten, kregen in de 13e eeuw land van twee verschillende graafschappen toegewezen. De graven van deze graafschappen hadden een flink scheve schaats gereden en probeerden hun geweten te sussen door grond aan de kerk weg te geven. Het dal heette oorspronkelijk ‘Vallée du Diable’ (vallei van de duivel) omdat de vallei als zó verlaten en ongastvrij bekend stond. Echter, de vrome monniken hernoemden haar naar ‘Val-Dieu’: Vallei van God. En of het nu aan de naam lag of aan iets anders: lange tijd heerste er vrede en rust op het grondgebied van de Abdij van Val-Dieu.
De monniken hoorden tot de Orde van de Cisterciënzers, die volgens de Leefregels van Sint Benedictus proberen te leven. Een belangrijke richtlijn is het ‘Ora et Labora’: Bid en werk. In de Abdij van Val-Dieu werd dus, zoals in veel andere Cisterciënzer abdijen, een boerderij binnen de abdijmuren gehouden.
De abdij had veel invloed in de omgeving en in haar hoogtijdagen hoorden er ook veel bezittingen bij zoals molens, akkers en andere gebouwen. De Franse Revolutie zorgde er voor dat de abdij in privaat bezit overging, maar in de 19e eeuw keerden de monniken weer terug. Ze renoveerden de beschadigde abdij en leefden hier nog tot 2001.
Tijd om de abdij te bezoeken!
Rondleiding door de Abdij van Val-Dieu
Via internet boek ik een ticket voor de rondleiding door de Abdij van Val-Dieu en schrik na het boeken eigenlijk een beetje als zie dat de tour 2,5 uur duurt. En dat terwijl ik persoonlijk niet zo van de tours-met-een-gids ben. Maar goed, ik heb nu eenmaal geboekt dus ik ga kijken wat het is.
Ik heb mijn auto ’s ochtends vroeg al geparkeerd op de ruime parkeerplaats tegenover de abdij en loop onder de enorme poort door, het binnenplein op. We zijn met een kleine groep voor de Nederlandstalige tour: circa tien personen. De gids gaat voortvarend van start en begint met zijn uitleg op de binnenplaats.
Vanaf hier lopen we door de stille gangen van de abdij. Sinds 2001 zijn er geen monniken meer, maar is er nog wel een christelijke leefgemeenschap die de abdij bewoont. We nemen een kijkje in de stille kloostertuin, in de refter (de eetzaal) die nog in originele stijl bewaard gebleven is, in verschillende kapellen en zalen en eindigen in de schitterende abdijkerk.
De gids vertelt heel wat interessante wetenswaardigheden en historische feiten over de abdij en haar intrigerende geschiedenis. Wat heeft keizerin Maria Theresia van Oostenrijk bijvoorbeeld met de abdij te maken? En wat betekenen de verschillende banieren die in de kloostermuren zijn gehouwen? Waarom mag de abdijkerk zich ‘basiliek’ noemen? Hoe zag het leven van de Cisterciënzer monniken er in de Abdij van Val-Dieu uit? Hoever reikte de invloed van de monniken? En waarom lijken alle portretten van de abten in de refter zo op elkaar? Kortom, het verhaal achter de Abdij van Val-Dieu is geen droge kost maar zit vol interessante historie! De 2,5 uur vliegt om en ik heb er enorm van genoten!
Een rondleiding met bierproeverij kun je via de website boeken en kost € 14,- per volwassene.
Bierproeverij in de brouwerij Val-Dieu
Van oudsher wordt er al bier gebrouwen in de Abdij van Val-Dieu. De monniken behoorden tot de Cisterciënzerorde en stonden er om bekend goede bierbrouwers te zijn. In 1997 werd de brouwerij van Val-Dieu nieuw leven ingeblazen en met succes! Het mag zich tot één van de 24 erkende Belgische abdijbieren rekenen. Inmiddels worden er verschillende bieren in de Abdij van Val-Dieu gebrouwen, zoals een Blond, Bruin, Triple, Fruitée en zelfs een speciaal Kerstbier: Val-Dieu Noël.
Aan het einde van de rondleiding door de abdij brengt de gids ons naar het proeflokaal van de brouwerij. Eerst krijgen we daar een uitleg over het brouwproces en daarna mogen we ook een kijkje nemen in de brouwerij. Ik heb al flink wat brouwerijen en distilleerderijen bezocht en zelfs een paar jaar bij HEINEKEN gewerkt, maar toch is het leuk om te zien waar de abdijbieren van Val-Dieu gebrouwen worden.
Daarna krijgen we twee glazen bier. Het is eind december dus krijgen we eerst het Val-Dieu Noël-bier. Dit is het speciale Kerstbier dat alleen in december en januari verkrijgbaar is. Een vrij licht bier wat ik (als niet-bierdrinker) best smaakvol vind. Daarna mogen we kiezen uit een paar andere bieren die op de tap zitten. Ik ga voor de Val-Dieu Fruitée: Een bier waar kersensap aan toegevoegd is en een beetje op Kriek lijkt. Het smaakt prima! Er worden kaasblokjes bij geserveerd die goed combineren met het bier.
Na afloop ga ik nog even naar de winkel, die zich onder het proeflokaal bevindt. In de winkel vind je natuurlijk de diverse bieren, maar ook chocola, kaarsen en boeken en Bijbels.
Wandelroutes bij Val-Dieu
Ik combineer mijn bezoek aan de Abdij van Val-Dieu met een 10 km lange hike. Op Komoot heb ik een veelbelovende wandelroute gevonden. Er zijn ook diverse gemarkeerde wandelroutes die bij de abdij starten. Je vindt ze op deze pagina. Ik denk dat ik een combinatie heb gelopen van de wandelroute ‘Balade des Ursulines’ en ‘Balade de Saint-Jean-Sart’. Je kunt dus eenvoudig deze twee routes aan elkaar knopen.
Vanaf de parkeerplaats leidt de route naar een glooiend weiland, waar speciale hekjes toegang geven aan wandelaars. Het heeft de afgelopen dagen veel geregend dus halverwege het weiland zijn mijn wandelschoenen al flink nat en modderig. Het is dus ‘avontuurlijk wandelen’, helemaal als verderop een deel van het wandelpad een stromend beekje geworden is door het overtollige water. De modder is daardoor zó zompig, dat je er eigenlijk niet kunt lopen, dus is het vooral een zoektocht naar veilige plekken om je voeten te plaatsen: graspollen, stenen, takken. Maar stiekem houd ik ook wel van dit soort uitdagende wandelingen al ben ik ook blij als ik onderaan het pad weer vaste grond onder mijn voeten krijg.
De route is weergaloos mooi en heel afwisselend, met uitzichtpunten over glooiende heuvels met pittoreske kerktorentjes in de verte. De torenspits van de Abdij van Val-Dieu is heel onopvallend dus die is moeilijk terug te vinden in het landschap. Maar om de zoveel tijd hoor je het klokgebeier van de abdij: prachtig!
Er verschijnt binnenkort nog een uitgebreider blog over de route dus stay tuned!
De wandelroute in mijn Polar-account
De wandelroute in mijn Komoot-account
Lekker eten en drinken bij Val-Dieu
Tegenover de Abdij van Val-Dieu vind je restaurant ‘Le Moulin du Val-Dieu‘. Gevestigd in een oude molen die ooit aan de abdij toebehoorde. Het schoepenrad, de open haard en de houten betimmering zorgen voor een nostalgische sfeer. Ik lunch hier met een heerlijke ‘Assiette Mixte’ een uitgebreide plank met kaas en charcuterie. Uiteraard mogen hier ook de nodige Val-Dieu-bieren op de kaart niet ontbreken!
In de abdij vind je nog een zelfbedieningsrestaurant ‘Le Casse-Croûte du Val-Dieu‘. Je zit hier in de oude koeienstal van de boerderij, met lage plafonds en roodgeblokte tafelkleedjes. Buiten is er een terras, dat in deze wintermaanden uiteraard niet in gebruik is. Je eet hier eenvoudige gerechten en natuurlijk is er ook hier een Val-Dieu-biertje te koop!
Ga je vanaf de abdij een rondje toeren door de omgeving, probeer dan te stoppen bij Herberg Moeder de Gans in Teuven. Een briljant adresje waar ik jaren geleden al eens voor een appeltaartje gestopt ben en er gelijk een blogartikel over schreef! Ik had gehoopt tijdens mijn recente bezoek aan Val-Dieu nog een keer hier langs te kunnen gaan voor betere foto’s en tekst, maar uit tijdgebrek is dit er bij ingeschoten.
Let op: op Google Maps vind je ook ‘Brasserie du Val-Dieu’ vermeld. Dit is echter de brouwerij en niet een apart restaurant.
Wat is er nog meer te zien en te doen?
Niet alleen de Abdij maar ook de omgeving van Val-Dieu is echt een bezoek waard. Het landschap is er prachtig! Ook zijn er in deze regio de nodige herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, voor wie daar in geïnteresseerd is. Je zou je bezoek ook kunnen combineren met de schitterende Voerstreek, die net onder de Nederlands-Belgische grens ligt. Of ga een dagje naar de leuke Duitse stad Aken, die hier ook niet zover vandaan ligt.
Wat zou je in de omgeving van Val-Dieu kunnen zien en doen?
- Het leuke stadje Aubel met fraaie glasinlood-ramen in de St. Hubertuskerk
- Fort Aubin-Neufchâteau: een oorlogsmuseum
- Blegny-Mine: een voormalige kolenmijn waar rondleidingen gegeven worden
- Henri-Chapelle: Amerikaanse militaire begraafplaats
- Remember Museum: ook een oorlogsmuseum
- De stad Luik: ik ben er zelf nooit geweest, je hoort er wisselende verhalen over maar misschien leuk om te ontdekken!
- Roadtrippen in Zuid-Limburg: rijd de 121 km lange Mergellandroute
Overnachten in de omgeving van Val-Dieu
Zelf heb ik overnacht in het leuke plaatsje Voeren, op een kwartiertje rijden van de Abdij van Val-Dieu. Ik verbleef in het Blanckthys Hotel Voeren, een redelijk betaalbaar hotel. Hoewel de binnenplaats en het restaurant heel sfeervol aandoen, zijn de kamers wel aan renovatie toe. De locatie is echter perfect en ook fijn om hier ’s avonds een hapje te kunnen eten.
Wil je iets luxer overnachten, dan kun je beter kiezen voor Landgoed Altenbroek, ook een mooie plek in de buurt van Voeren.
Ook erg leuk: overnachten in een tiny house in Plombières bij B&B La Ferme du Château de Broich. De pods staan midden in een weiland op een hele mooie plek. Naast de pods grazen de paarden. Een tof plekje!
Heidi zegt
Wat super mooi