Hoewel de Sella Ronda vooral bekend is als skiroute, is de regio rondom het Sella Massief ook een enorme aanrader voor de zomervakantie. Vooral als je van actieve vakanties houdt kun je je hart ophalen in dit deel van de Dolomieten. In dit blog geef ik tien tips voor een fijne, actieve vakantie om de Sella Ronda ook in de zomer te ontdekken!
Zoals je in mijn blog over toffe skiroutes in de Dolomieten kunt lezen, ben ik razend enthousiast over de Sella Ronda en het Dolomiti Superskigebied. Maar wist je dat deze regio ook ontzettend mooi is in de zomermaanden? Een hele andere aanblik, maar er zijn zoveel toffe dingen om te doen!
Wat zijn nu leuke activiteiten rondom de Sella Ronda in de zomer? Ik geef je graag wat tips voor activiteiten, bezienswaardigheden en natuurlijk de leukste adresjes in dit deel van de de Dolomieten!
1. De Sella Ronda op de mountainbike
De beroemde skiroute Sella Ronda kun je ook op de (e-)mountainbike doen. Net als bij het skiën staat de route in twee richtingen gemarkeerd. Het is echter aan te raden om de fietstour met een gids te doen, want die kan jou helpen om de allermooiste paden te kiezen, die ook passen bij jouw fietsniveau.
De Sella Ronde per (e-)mtb is echter geen ronde voor beginners. Heb je nog nooit downhill gemountainbiked, dan is deze ronde waarschijnlijk iets te technisch. De afdalingen zijn behoorlijk steil, met smalle bochtige tracks en grote keien op de paden. Steile gravelpaden waar je slipt als je te hard remt. Ja, het is een prachtige route door een waanzinnig mooie omgeving, maar enige mountainbike-ervaring heb je wel nodig.
Ik schreef dit blogartikel over de Sella Ronda per e-mtb.

2. Hiking tip 1: La Crusc, de sneeuwgrot en de Armentara-almen (11 km)
Waar fietsen even geen optie was, konden we gelukkig wel wandelen. Bij onze eerste wandeling gingen we vanuit La Villa met de twee La Crusc-liften (eerst een stoeltjeslift, dan een gondel) helemaal naar boven, naar het kerkje van Santa Croce.
Vanaf hier volgen we een grillig pad dat ons verder omhoog brengt, terwijl de grijze rotsen van Monte Cavallo en Cima Dieci hoog boven ons uit torenen: indrukwekkend! Even later bereiken we de sneeuwgrot: onder het laagje sneeuw dat hier in de zomer nog ligt zit ruimte, waardoor zich een soort grot vormt. In juni is de opening nog niet zo groot dus het is echt even zoeken naar de grot, maar het is toch een leuk uitstapje op de route.
Vanaf hier wordt het pad wat minder uitdagend: we volgen een gravelpad richting de Armentara-almen: een schitterend groen gebied vol bloemen en weidse uitzichten. Bij Ranch da André stoppen we voor een echte Italiaanse lunch met lokale specialiteiten en een verfrissend drankje.
Daarna wandelen we over een zigzaggende gravelweg helemaal naar beneden, tot we weer in La Villa uitkomen.
Ik schreef dit uitgebreide blog over hiken bij Santa Croce, met uitleg over de route, praktische tips en natuurlijk nog veel meer foto’s van dit prachtige gebied!
3. Hiking tip 2: Van Boé naar de Franz Kostner Hütte (5 km)
Dit is een veel kortere maar ook veel uitdagender wandelroute. Niet voor mensen met hoogtevrees of met angst in hooggebergte.
De route vraagt heel wat klim- en klauterwerk. Soms wandelen we over een smal, rotsig pad maar dan zien we de routebordjes ineens weer tussen de rotsen verdwijnen en hebben we handen en voeten nodig om ons op te trekken. Af en toe zijn er ladders of stalen kettingen aangebracht om te helpen.
De route is pittig en, omdat ik tijdens de wandeling nét COVID heb gehad, is het echt loodzwaar. Maar wat worden we beloond met een fantastisch uitzicht! Omdat het zo steil is, lijkt het alsof je echt in een panoramabeeld staat, met de grijze Dolomieten rond om ons heen. We klimmen over de rotsen heen en hiken uiteindelijk naar de Franz Kostner Hütte, wat misschien wel mijn favoriete berghut in de Dolomieten ligt. Het is hier zo mooi!
Ondanks dat de route nog geen vijf kilometer lang is, doen we er toch zo’n vier uur over (hoewel we ook wel de nodige fotostops maken), want op handen en voeten loop je niet zo snel. Een fantastische ervaring en hele gave route!
In dit blogartikel lees je alles over onze hike naar de Franz Kostner Hütte!
4. De Marmolada bezoeken
De Marmolada is de hoogste top van deze regio en is absoluut een bezoek waard. Boven vind je nog een gletscher. Wees wel voorzichtig met het bezoeken, want een week na ons bezoek aan de Marmolada vond hier een groot ongeluk plaats met meerdere slachtoffers.
De gondel naar de top van het Marmoladamassief is niet goedkoop (€ 35,- per persoon) maar we vonden het absoluut elke euro waard! De lift start in Malga Ciapela: vanaf daar gaat er een grote gondel die op drie plekken start. Op het eerste punt is er niets te zien of te doen dus deze kun je overslaan.
Ga je naar het hoogste punt van de Marmolada (3265 m), dan heb je uiteraard een fantastisch uitzicht over de omgeving, het Sella massief en andere bergtoppen. Er is een panoramaterras en een kapel in de rotsen uitgehouwen. Buiten kun je nog op een stukje gletscher staan.
Bij het middenstation vind je een museum over de Eerste Wereldoorlog, de ‘Grande Guerra’. Er werd van 1915-1918 enorm gevochten op de flanken van de Marmolada, waar indertijd de grens tussen Italië en Oostenrijk-Hongarije lag. Het museum vertelt heel uitgebreid over deze oorlog met allemaal oude wapens en kleding. Ook krijg je veel uitleg over het hoe en waarom van de oorlog. Ook op de website van Wintersporters.nl kun je een uitgebreide beschrijving van deze oorlog op de Marmolada lezen.
Veel interessanter nog vonden wij buiten de restanten van de loopgraven en oude schuilhutten, die je bij het beklimmen van het bergje tegenover het middenstation allemaal kunt zien. We zijn een heel eind omhoog gelopen; achteraf bleken we vlak onder de top te zitten toen we omkeerden.
Al met al hebben we echt wel een paar uur lang doorgebracht op de Marmolada. Ik kan een bezoek dus absoluut aanraden!
Ik schreef ook dit uitgebreide blogartikel over de Marmolada bezoeken.
5. Lagazuoi: Nog meer Eerste Wereldoorlog
Niet alleen op de Marmolada vind je restanten van de Eerste Wereldoorlog, maar ook op de indrukwekkende bergtop Lagazuoi. Vanaf de Falzaregopas neem je de grote gondel omhoog, waar je in een schitterend landschap uitstapt. Hoge rotsen en een prachtig uitzicht verwelkomen je. Als je goed kijkt zie je de vierkante rotsen van Cinque Torri liggen en aan de andere kant natuurlijk de Marmolada.

Loop het bergstation van de gondel uit, sla rechtsaf en meteen achter het gebouwtje van het bergstation weer rechtsaf. Je komt nu op een steil pad dat eigenlijk onder de gondel loopt. Een bordje boven het poortje wijst aan dat je naar de ‘gallery’s’ gaat. Het pad daalt eerst even heel steil af en wordt daarna schitterend mooi. Uiteindelijk loop je door de loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog en, als je nog verder doorloopt, bereik je de bovenkant van de tunnel. Je kunt naar beneden lopen, maar een zaklamp en eventueel een helm zijn aan te raden.

Wil je het iets makkelijker maken, dan kun je ook het bergstation van Lagazuoi verlaten, rechtsaf slaan en dan door blijven lopen. Na zo’n 150 meter doemen ineens houten deuren in een rotswand op zoals op onderstaande foto (niet te zien vanaf het bergstation, dus blijven lopen!) en ook daar vind je een tunnel. Toen wij er waren lag deze helemaal vol ijs en was het spekglad dus helaas konden we niet zover naar binnen. Maar zeker de moeite waard om te bezoeken!

6. De Sella Ronda met de auto rijden
Dat klinkt natuurlijk niet zo avontuurlijk maar toch is echt echt een aanrader om de autoroute rond het Sella Massief eens te rijden. En ja, je kunt deze ruim 50 km lange route ook op een racefiets doen, maar dat is behoorlijk klimmen!
Wij reden met de auto vanaf de Marmolada via de Sella Ronda terug naar Corvara en genoten er enorm van. Overal heb je fantastische uitzichten, stopplekken met uitkijkpunten en allemaal leuke restaurants en cafés langs de weg.
Je passeert diverse bergpassen zoals de prachtige Passo Pordoi, de Passo Sella, de Campolongopas en de Gardenapas.
Zelf hebben we vlak voor Colfosco nog wat gedronken op het terras van Ristorante Bar Mesoles (waar we ook wel eens op de piste hebben geluncht!). Vanaf hier kun je in 20 minuutjes naar de watervallen van Pisciadù lopen. Nu zijn de watervallen zelf niet zo spectaculair maar de wandelroute is wel erg mooi!
7. Omhoog met de oude Forcella-gondel
Iets heel leuks om te doen: de stokoude Forcella-gondel. Het is echt een belevenis om met dit oude gondeltje omhoog te gaan. Vanaf de Sellapas vertrekken de kleine witte bakjes, waar je maar met twee personen in kunt. De gondels remmen niet echt af dus, met behulp van het liftpersoneel, moet je een sprintje trekken en in de gondel springen. Daarna gaat de lift langzaam omhoog naar het indrukwekkende Sassolungo-massief en zie je de drie iconische rotspunten steeds dichterbij komen.
Dit is misschien wel één van de mooiste stukjes van de Dolomieten: het is er zo prachtig mooi! Als je boven aan komt is daar een bergrestaurant waar je wat kunt eten en/of drinken. Aan de achterzijde kijk je uit op de Seiseralm: de grootste alm van Europa. Je kunt vanaf hier naar beneden wandelen, of je kijkt een tijdje rond en neemt het Forcella-liftje weer terug naar beneden.

Wacht hier niet te lang mee want er zijn nogal wat discussies gaande over deze oude lift. Hij is eigenlijk te duur om in bedrijf te houden want onderdelen worden niet meer standaard gemaakt maar moeten handgemaakt aangeleverd worden. Vervangen voor een grotere lift is geen aanrader, want dat kan het bergrestaurant boven niet aan. Verwijderen is ook niet wenselijk want er is geen alternatieve lift. Kortom, we weten nog niet of deze iconische lift er nog lang is dus grijp je kans om mee te gaan!
De lift is overigens niet goedkoop maar zit inbegrepen in de Dolomiti Supersummercard dus heb je deze kaart aangeschaft, dan kun je ‘gratis’ omhoog.

8. Sass Pordoi
De Sella Ronda gaat rond het Sella-massief, maar wist je dat je ook bovenop dit ruige gebergte kunt komen? Vanaf Passo Pordoi gaat er een grote gondel omhoog naar Sass Pordoi. Hier starten verschillende wandelroutes, zoals de Tour de Luna. Een naam die niet zomaar uit de lucht komt vallen, want het gebergte heeft bovenop wel iets van een maanlandschap!

Toen wij Sass Pordoi bezochten had het de week er voor nog hard gesneeuwd in de Dolomieten. Sommige paden waren dus niet goed begaanbaar vanwege de dikke laag sneeuw en ijs. Maar alleen al het rondlopen op het plateau rond het bergstation is al bijzonder. Als je vanaf het bergstation naar links loopt, heb je een waanzinnig uitzicht op voornoemde Sassolungo. Je kunt de Marmolada zien liggen en hebt een mooi uitzicht richting Arabba.
Wil je een korte wandeling, dan kun je naar Rifugio Forcella Pordoi lopen, een mooie oude berghut die zich iets verderop op het Sellamassief bevindt.

9. Bezoek de winkel met traditionele Grödner poppen
Wat echt een aanrader is, is een bezoekje aan de winkel en het atelier van Judith Sotriffer in Ortisei. Midden in het centrum van Ortisei (naast de loopbrug naar de Seiseralm-lift) vind je deze bijzondere winkel. De Grödner poppen (of ‘Val Gardena poppen) werden van oudsher in het Val Gardena-dal gemaakt en naar veel landen geëxporteerd. Omdat ze in Amsterdam zo razend populair waren, werden ze ook wel ‘Dutch dolls’ genoemd, maar de oorsprong van de houten poppen ligt toch echt hier in Val Gardena.

Judith Sotriffer maakt de houten poppen in allerlei formaten: van super-ieniemienie tot levensgroot. Verschillende thema’s gebruikt ze, zoals bijvoorbeeld een serie konijntjes in de stijl van Beatrix Potter, of de Russische matroesjka’s. Ook vind je in haar atelier een paar oeroude boekjes waar de Grödner poppen in voorkomen. Ze heeft het tot haar levenswerk gemaakt om de Grödner poppen weer onder de aandacht te brengen en kan er ook enorm gepassioneerd over vertellen. Het is een hele inspirerende vrouw en een bezoek aan haar én haar winkel is verrassend leuk! In dit blogartikel lees je alles over de Grödner poppen in Ortisei.

Grödner Puppe, Streda Tresval, 6, 39046 Ortisei BZ, Italië
Let op: bij het pand staat ook vermeld dat het een skiverhuur is. De zoons van Judith gebruiken de winkel in de wintermaanden als skiverhuur, maar Judith is dan nog steeds in haar atelier te bezoeken!
10. Lekker eten in één van de berghutten
De Dolomieten, en dan ook met name deze regio rond de Sella Ronda, staat ook bekend vanwege het uitstekende eten in de berghutten. Ga je hier skiën, dan zie je bij sommige hutten tussen de middag een heel feestmaal met glazen wijn aangerukt worden. Maar ook in de zomermaanden kun je in veel berghutten fantastisch eten.
Ik schreef al eens een blog met de leukste berghutten van Alta Badia, maar langs de Sella Ronda vind je nog veel meer fijne plekken om lekker te eten en te drinken. Heb je een superactieve dag, dan zijn de ‘Tris di canederli’ een aanrader om te eten: de drie deegknödels met verschillende ingrediënten zoals spek, spinazie en/of gorgonzolakaas. Ideaal voor een lege maag! Wat ook een favoriet bij ons is, is de Tiroolse platter met kaas en charcuterie, die ook in de meeste berghutten en restaurants wel op de kaart staat.

Garni Raetia: Hele fijne accommodatie bij de Sella Ronda!
Hoewel we zelf Arabba een authentieker dorp vinden dan Corvara, ligt Corvara wel centraler en is het wat levendiger. En in Corvara hadden we echt een fantastische accommodatie!
Garni Raetia is een luxe garni (soort pension) dat aan de doorgaande weg ligt. En omdat er ook een café met terras bij is, is het hier ook de hele dag gezellig druk. Gelukkig vind je naast de garni een fijne tuin. Deze is alleen voor hotelgasten, dus hier kun je rustig in ligstoelen zitten met een boek.
De ontvangst door Diego en Kate is echt fantastisch! Ze hebben het gastheer- en gastvrouwschap echt perfect in hun vingers en je wordt hier bijna behandeld alsof je de koningin van Italië bent! Ze zijn enorm aardig en kunnen de allerbeste tips te geven voor mooie wandel- of fietstochten of voor leuke adresjes in Corvara. Kate is een enthousiaste outdoorliefhebber en geeft ook skiles, en zij weet enorm veel mooie routes ‘buiten de gebaande paden’ in deze omgeving.
Elke ochtend stond er een enorm ontbijtbuffet klaar, vol met lokale producten. Er is een ‘Theestube’ waar je niet alleen talloze verschillende soorten thee kunt bestellen, maar ook andere drankjes en lichte maaltijden. En hoewel je hier ’s avonds niet kunt eten, is de bar wel tot 10 uur open dus kun je na het eten in de bar nog wat drinken of één van de vele heerlijke ijscoupes proberen!
Een heel fijn en betaalbaar adres dat ik met een gerust hart aanbeveel!
Garni La Stüa dal Tê Raetia, Str. Col Alt, 87, 39033 Corvara in Badia BZ
Inderdaad ken ik de Sella Ronda alleen op ski’s. Zo te lezen de moeite waard om ook eens in de zomer te bezoeken. En poeh, die wandeling naar de Franz Kostner Hutte klinkt wel heel heftig. (en die foto ook!) Ik gok dat ik misschien wel onderweg afgehaakt zou zijn. Wel te gek!
Ja, ik vond deze omgeving in de zomer ook zeker de moeite waard! Echt een regio voor een actieve outdoorvakantie, heel leuk!
Hoi Hoi, leuk om te lezen,.. we hebben de Sella Ronda al geskied en gefietst en dan gaan we zeker weer doen, maar we gaan nu ook hiken, We nemen jou tips mee thanks.